Jelle zoekt kievitseieren

Het broedseizoen van de kievit loopt van half maart tot in de maand juli.
Vaak als een broedsel is mislukt probeert de kievit het nog een keertje met een tweede broedsel.
Meestal bestaat een broedsel uit 3 à 4 eieren en is het nestje te vinden in een ondiep kuiltje op een plekje met niet te veel gras op het grasland.
Na 26 tot 28 dagen komt het broedsel uit.

Kievitseieren zoeken is een typisch Friese traditie, het Ljipaai sykjen.
Elk voorjaar gaan vele Friezen de weilanden in om kievitseieren te zoeken. Het rapen is een ware prestigestrijd. De Fries die namelijk het eerste kievitsei gevonden heeft, geeft het eerste ei traditiegetrouw aan de Commissaris van de Koningin.
De vinder krijgt van de Commissaris een ereteken, de Sulveren Ljip, de Zilveren Kievit.
Er zijn voorstanders en tegenstanders over het rapen van het kievitsei. Dit is aan ieder om zelf te oordelen. Echter zorgen de rapers wel voor nazorg, door het desbetreffende nest te markeren zodat de boeren het nest kunnen zien en de boeren het nest kunnen ontzien bij het maaien.

Behalve dat Jelte heeft leren schaatsen is het ook traditie dat Jelte leert zoeken naar kievitseieren. Met de klompjes aan en zijn petje op zijn hoofd gaat hij op pad. Met de vroege voorjaarszon op zijn bolletje vind hij al snel het eerste nestje. De kievitsmoeder vliegt boven zijn hoofd. Verrukt is hij over zijn vondst en vol bewondering bekijkt hij het nestje met de eieren.

Besluit Jelte een eitje te rapen of laat hij het nestje intact………